'Wordt mijn pensioen dit jaar gekort?'

De zekerheid die het pensioen ooit bood is geleidelijk aan afgebrokkeld. De meeste pensioenfondsen dreigen noodgedwongen te korten. Er ontstaat een golf van verontwaardiging en er rijzen veel vragen over de toekomst van hons pensioen. Lees hier hoe drie pensioenbonzen door Plus-lezers aan de tand worden gevoeld.

Op PlusOnline kon u onlangs vragen stellen aan de bazen van de drie grootste pensioenfondsen van Nederland. Honderden Pluslezers reageerden.

Hieronder een overzicht van de beantwoorde vragen (klik op de vraag om er naartoe te navigeren):

U reageerde niet alleen met vragen, ook met reacties van onbegrip en verontwaardiging. Want iets wat jarenlang gepresenteerd is als een zekerheid – ons pensioen – staat op losse schroeven. De pensioenen stijgen al jaren niet meer mee met de inflatie en steeds meer fondsen moeten korten op de uitkeringen. In de metaalsector leveren gepensioneerden zelfs 7 procent in. Bovendien schuift de pensioenleeftijd steeds verder op.

“Mij is vanaf 65 jaar een bedrag gegarandeerd en dat wordt nu niet meer waargemaakt. U verandert de regels tijdens het spel”, schrijft een lezer. Een lezeres vindt zelfs: “Korten is in mijn ogen gelijk aan diefstal.”

Geen oog dicht

Uw vragen en reacties legden we afzonderlijk voor aan drie pensioenfondsbestuurders: Henk Brouwer (ABP), Peter Borgdorff (PFZW) en Guus Wouters (PMT). Voor hen zijn deze sterke sentimenten niet nieuw. Samen zijn ze verantwoordelijk voor de pensioenen van meer dan zes miljoen Nederlanders en een belegd vermogen van bijna €450 miljard: ruim de helft van de totale pensioenpot.

Peter Borgdorff kent de pittige reacties van de website van het PFZW. “Die lees ik niet voordat ik ga slapen, anders doe ik geen oog meer dicht”, erkent hij. De pensioenfondsbestuurders trekken daarom regelmatig het land in om uit te leggen hoe het pensioen van hun leden er voor staat. Borgdorff: “De vraag is altijd: wat gebeurt er in mijn portemonnee en waarom is die van jullie zo goed gevuld? We hebben dus wat uit te leggen.” En dat doen ze ook aan Pluslezers. Uit de honderden vragen selecteerden we de meest gestelde.

Ongerust

Wel/niet gekort?

Wordt mijn pensioen gekort in 2013?
Dé vraag van tientallen Pluslezers

Peter Borgdorff: “In 2013 kort het PFZW niet. Maar voor 2014 kan ik nog niets beloven.”

Henk Brouwer: “Dat weten we bij het ABP eind januari pas zeker. Als het meezit, hoeven we niet te korten. Als het toch moet, doen we dat vanaf 1 april en zal het niet meer zijn dan een half procent.”

Guus Wouters:
“Officieel maakt het PMT dat eind januari pas bekend, maar ik kan nu al zeggen dat onze deelnemers vanaf 1 april serieus rekening moeten houden met een korting van 7 procent. De kans dat het minder wordt, is niet heel erg groot.”

Wisselend rendement

Het ene pensioenfonds kort wel, het andere niet of nauwelijks. Waarom zijn de rendementen op beleggingen zo verschillend per fonds?
W. Hoogendoorn

Guus Wouters: “Om meteen een misverstand uit de wereld te helpen: korten komt niet door slechte resultaten op beleggingen. Daarop maken we sinds 1995 een goed rendement van gemiddeld bijna 7 procent. Het feit dat we langer leven heeft een veel groter effect. Kort gezegd: als we rekenen op vijftien jaar pensioen betalen en dat wordt twintig jaar, dan kunnen we niet stoppen met pensioenen uitkeren op de 80ste verjaardag. Dat willen we ook niet. Maar het geld moet wel ergens vandaan komen. Hoe erg we het ook vinden: we moeten nu korten. Anders is de pot straks leeg.

Of we hebben zitten slapen?

Nou, nee. We wisten dat mensen langer zouden leven, maar dat het zo snel zou gaan had niemand verwacht. We hadden beter moeten informeren over deze risico’s. Vooral omdat het ons fonds harder raakt doordat de levensverwachting van mannen naar verhouding meer is gestegen dan van vrouwen. In de metaal werken nu eenmaal meer mannen.”

Peter Borgdorff en Henk Brouwer zeggen beiden de afgelopen jaren gemiddeld vergelijkbare rendementen te hebben gehaald op de beurs. Ook zij erkennen dat ze deelnemers duidelijker hadden moeten informeren over risico’s. En ze wijzen op de lage rekenrente.

Zelf inleveren

Mijn pensioen is al jaren bevroren en nu dreigt weer een korting. Wat levert ú eigenlijk zelf in?
A. van Swieten

Henk Brouwer: “Mijn salaris is gekoppeld aan het pensioen. Als er niet geïndexeerd wordt, stijgt mijn salaris dus niet. En als we moeten korten, gaat mijn vergoeding ook omlaag. Gelijke monniken, gelijke kappen.”

Guus Wouters en Peter Borgdorff bouwen pensioen op bij het eigen fonds en leveren dus net als de andere deelnemers in. Al laat Borgdorff nadrukkelijk weten zich er van bewust te zijn “dat ik het beter kan missen dan de mensen waarvoor ik het doe”.



Eén groot pensioenfonds

Volgens mij beheren ongeveer driehonderd fondsen in verschillende bedrijfstakken ons pensioengeld. Dus driehonderd directeuren, driehonderd kantoren met personeel et cetera. Waarom niet al het geld in één grote pot, met één directeur en één kantoor? Dat scheelt heel veel geld. En niet zeggen dat het niet kan. We kunnen ook naar de maan.
Erik Klieverink

Peter Borgdorff: “Minder fondsen kan inderdaad. Ik vermoed dat er in de toekomst nog ongeveer vijftig fondsen overblijven. Maar vergeet niet: veel fondsen zijn klein en zijn niet veel meer dan een extra taak van een medewerker personeelszaken. De kostenbesparing zal dus meevallen. Maar we realiseren ons dat iedere euro die opgaat aan kosten niet ten goede komt aan pensioenen. Hoe minder kosten hoe beter.”

Henk Brouwer plaatst een kanttekening bij deze stelling: “Als het één fonds zou zijn, wordt dat een heel log apparaat. Dat kost ook geld. We proberen in ieder geval de kosten nog beter te beheersen. Per deelnemer reken ik de komende jaren op een kostenverlaging van enkele euro’s.”

Guus Wouters ziet ook het aantal fondsen teruglopen. “Het is belangrijk dat het pensioen een logisch verlengstuk is en blijft van het werk. Om dat te kunnen bieden, is maatwerk nodig en dat kan beter met verschillende fondsen. Maar dat hoeven er zeker geen driehonderd te zijn.”

Gegraai van de staat

De staat heeft in de jaren tachtig miljarden uit de pensioenpot gegraaid. Gaat het ABP dat nog terughalen?
Ton Meester

Henk Brouwer: “De term graaien vind ik niet passend. Eind jaren tachtig was het ABP een overheidsfonds. Er waren toen grote economische problemen, zoals de jeugdwerkloosheid. In overleg met vakbonden en andere sociale partners is toen besloten de premies te verlagen.

Die plannen zijn goedgekeurd door het parlement, zodat de overheid als werkgever minder geld in de pot hoefde te storten. Dat ging toen om zo’n 30 miljard gulden. Dat is dus langs democratische weg besloten en het geld is op een andere manier ten goede gekomen aan de maatschappij. Deels om prepensioen te betalen en de werkloosheid tegen te gaan.

Of ik het achteraf gezien zo gedaan zou hebben? Nee. Door de verzelfstandiging van het ABP en strenger toezicht is dat nu trouwens niet meer mogelijk. Bij de verzelfstandiging van het ABP in de jaren negentig is een deel van het geld, zo’n 20 miljard gulden, overigens teruggestort. De rest terughalen is niet aan de orde. Het kan juridisch niet. Bovendien: als het wel zou kunnen, zou de regering het geld ook ergens vandaan moeten halen. Terwijl ze nu juist fors bezuinigen.”


Geld

Later pensioen

Ik word in 2015 65 jaar. Dat betekent dat ik straks pas met 65 jaar en drie maanden mijn AOW krijg. Maar wanneer gaat dan mijn werkgeverspensioen in? Schuift dat mee?
Mia Verzantvoort

Voor PFZW en het ABP is dat in principe wel zo, stellen Peter Borgdorff en Henk Brouwer. Voor PMT waarschijnlijk ook. “Al hangt dat officieel nog af van cao- en pensioenonderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden”, zegt Guus Wouters.

Gat dichten

Na 46 jaar hard werken ben ik sinds mijn 61ste met de VUT.  21 oktober word ik 65 en krijg ik dus één maand geen inkomen en 21 dagen geen AOW. Gaat het pensioenfonds dit gat nog dichten?
Bert Feron

Henk Brouwer:
“We bieden de meeste deelnemers een keuzepensioen. Dat betekent dat ze een stuk van het pensioen naar voren kunnen halen om dit gat te dichten. Ze krijgen dan wel een lager pensioen. Het is dus een sigaar uit eigen doos. Ik snap dat mensen op zoek zijn naar een sigaar uit andermans doos, maar die hebben we niet.”

PFZW en PMT bieden vergelijkbare regelingen. Alle drie de heren adviseren deelnemers die hier vragen over hebben, contact op te nemen met hun pensioenfonds(en). 
Auteur 
Bron 
  • PlusMagazine