Aftrekposten over 2014: slimme tips (deel 2)

Getty Images

De grootste winst in de belastingaangifte is te behalen door de juiste aftrekposten te benutten. Met deze tips van belastingdeskundigen is dat een stuk makkelijker.

Eerder deel: aftrekposten over 2014: slimme tips (deel 1) >>

Sparen voor pensioen

Als u een hoger inkomen hebt dan €57.585, dan betaalt u in 2015 over het meerdere 52 procent inkomstenbelasting. U kunt deze ­belasting verlagen door gebruik te maken van de jaarruimte. De jaarruimte is het bedrag dat u van het belastbare inkomen mag ­aftrekken wanneer u bijspaart voor uw pensioen middels een lijfrente-bankspaarrekening. Uw jaarruimte is afhankelijk van de hoogte van het ­inkomen en de hoogte van het ­pensioen. Hoe lager de jaarlijkse pen­sioenopbouw, hoe hoger de jaarruimte. Hebt u het afgelopen jaar een deel van uw jaarruimte niet gebruikt? Dan hebt u reserveringsruimte. Het kan dus zijn dat u de aangiften van een aantal jaren hierop moet naslaan. Op de website van de Belastingdienst vindt u een handige rekenhulp voor het berekenen van de jaar- en reserveringsruimte. Door uw jaarruimte of reserveringsruimte te storten op een lijfrente-bankspaarrekening, verlaagt u uw belastbare inkomen en bouwt u een aanvullend pensioen op.

Door het saldo op de lijfrentebankspaar­rekening vanaf uw AOW-leeftijd ­gespreid uit te laten keren, kunt u voorkomen dat u op de pensioen­datum te veel belasting betaalt. Het is belangrijk dat u nooit méér op een lijfrentebankspaarrekening stort dan uw jaarruimte, anders moet u bij het uitkeren belasting betalen over geld waarover u nooit belastingvoordeel hebt gehad. Hebt u in het verleden vaker ­gestort of bent u vergeten dit ­bedrag af te trekken van de belasting? Vraag dan bij de fiscus om een saldoverklaring. Zo voorkomt u dat u belasting moet betalen over deze uitkeringen.

Jeroen Wolfsen, financieel planner, oprichter vergelijkingssite Moneywise.nl

Extra heffingskorting partner met laag inkomen

Is uw fiscale partner geboren na 1962, heeft uw partner geen of weinig inkomen en betaalt u voldoende belasting, dan ontvangt uw partner de algemene heffingskorting van €1262. U kunt de algemene heffingskorting voor uw partner verhogen wanneer u samen vermogen in box 3 heeft. ­Verdeel dit vermogen zo gunstig ­mogelijk tussen u en uw partner door meer vermogen toe te delen aan uw partner. Op die manier heeft uw partner recht op een hogere ­algemene heffingskorting, die kan oplopen tot maximaal €2103. Het maximaal te behalen voordeel is dus €841! U kunt in de elektronische aangifte zelf proberen wat de meest gunstige vermogensverdeling is tussen u en uw partner.

Angelika Arntz, financieel ­planner in Den Dolder

Groen sparen

Sparen levert tegenwoordig vaak minder rente op dan de 1,2 procent die u aan vermogensrendementsheffing betaalt. Maar u kunt belastingvoordeel behalen met groen sparen. U krijgt over dit spaargeld een belastingvoordeel van 1,9 procent. Deze groene aftrekpost bestaat uit een vrijstelling van de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent (over 2014 tot €56.420 per persoon) en een extra heffingskorting (een belastingvermindering) van 0,7 procent van het ‘groene’ spaargeld. Samen dus een voordeel van 1,9 procent.

Hoewel de rente op een groene spaarrekening of een groendeposito lager is dan de rente op een ­gewone spaarrekening, bent u dankzij het belastingvoordeel meestal toch beter af. Als u iets meer risico neemt, kunt u beleggen in een groenfonds. U belegt dan rechtstreeks in leningen van deze bank aan groene projecten. Het rendement ligt iets hoger dan bij groen sparen. De afgelopen vijf jaar kreeg u een gemiddeld rendement van 1,2 procent. Samen met het belastingvoordeel van 1,9 procent is dat een totaal rendement van 3,1 procent. Een waarschuwing: of het belastingvoordeel blijft, is afhankelijk van de politiek. Zo werd in 2013 de vrijstelling voor beleggingen in culturele activiteiten opgeheven.

Erik Bogaards, redacteur Geld&Recht

Schulden

Als u schulden hebt, mag u die in mindering brengen op uw spaargeld of ander vermogen in box 3. U betaalt dan minder vermogensrendementsheffing. De eerste €2900 aan schulden tellen niet mee. Voorbeeld: als u €30.000 aan spaargeld hebt en een schuld van €4000, mag u €1100 van het spaargeld aftrekken. U betaalt dan vermogensrendementsheffing over €28.900. U mag bijna alle schulden meenemen, zoals een persoonlijke lening van de bank, een creditcardschuld, een autolening, maar ook een lening van een familielid. Schulden die u niet mag aftrekken, zijn een belastingschuld – behalve een erfbelastingschuld – en een hypotheekschuld. Maar als u de rente niet kunt aftrekken, mag u de hypotheekschuld wel aftrekken in box 3.

Paul van der Kwast, financieel planner en auteur Plus Praktisch Belastinggids 2015

Slim schuiven

Iemand die over 2014 niet meer dan €45 belasting moet betalen, krijgt geen aanslag (uitgezonderd als u al een aanslag hebt gehad in 2014). Fiscale partners kunnen hiervan gebruikmaken door de aanslag van een van beiden bij de verdeling van aftrekposten en vermogen nét onder de ‘aanslagdrempel’ te laten blijven. Gebruik hiervoor het elektronisch aangifte­programma van de Belastingdienst (onderdeel ‘Verdeling’). U kunt dan direct zien of de verdeling ­fiscaal optimaal is. Als de aanslag van de ene partner na verdeling net geen €46 is, wordt de volgens het aangifte­programma ‘nog te betalen inkomstenbelasting en premievolksverzekering’ op €0 gezet.

Greet Vernooij, Financieel Planner van het Jaar 2013

Studie en scholing

Scholingsuitgaven zijn uitgaven die gemaakt worden voor het volgen van een opleiding met als doel het verwerven van inkomen. Dat is een ruim begrip en dus zou je kunnen denken dat alle opleidingen of cursussen hieronder ­vallen. Dat is niet zo. Het doel van de opleiding moet gericht zijn op het verstevigen van uw positie op de arbeidsmarkt, op het behouden van uw baan of het op peil houden van uw ­kennis. Daarbij is het niet van belang of er ­voldoende werkgelegenheid is in de gekozen branche.

Boven de €250 of €500
De kosten voor een algemene studie zijn niet aftrekbaar. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld het behalen van een autorijbewijs. Tenzij dit bijvoorbeeld nodig is voor de werkzaam­heden, zoals een vrachtwagenrijbewijs. Naast de kosten van de opleiding (lesgeld, ­collegegeld, examengeld) zijn ook de kosten van boeken, gereedschappen en veiligheidskleding aftrekbaar. Voorwaarde is dat deze zijn voorgeschreven door de opleiding. ­Kosten van een computer en bijbehorende apparatuur zijn niet aftrekbaar. Alleen de kosten die u zelf hebt gemaakt of uw fiscale partner komen in aanmerking. Kosten voor de studie van uw kinderen zijn niet aftrekbaar. Zoals bij veel aftrekposten is er voor scholingsuitgaven sprake van een drempel. Alleen de kosten die gemaakt zijn boven €250, zijn aftrekbaar. Als u een fiscale partner hebt, dan geldt de drempel van €500. Hebt u een vergoeding ontvangen van uw werkgever, dan dient u deze eerst te verrekenen met de gemaakte kosten.

Marij van Diest, Belastingservice FNV

Doe mee met de Plus Belastingquiz en maak kans op een reis naar Curacao >>

Auteur