8 belastingtips om te besparen

Getty Images

Waarmee kunt u voor het einde van het jaar rekening houden om straks minder belasting te betalen? Acht ­handige bespaartips.

1. Maak giften aftrekbaar

Schenken aan goede doelen kan u voordeel opleveren. Giften zijn namelijk on­der bepaalde voorwaarden aftrekbaar van uw inkomen:

  • Het goede doel staat bij de Belastingdienst geregistreerd als zogeheten ANBI: Algemeen Nut Beogende Instelling. U vindt een lijst van alle ANBI’s op de website van de Belastingdienst.
  • Voor de aftrekbaarheid van giften geldt een drempel. Alleen wat u doneert boven de 1 procent van het drempelinkomen (zie kader) van u en uw eventuele fiscaal partner mag u van uw inkomen aftrekken. De eerste procent is dus niet aftrekbaar. Verder is de minimaal aftrekbare gift €60 en is het maximum 10 procent van uw drempelinkomen. U mag voor de bepaling van de drempel alle giften optellen aan alle goede doelen die u in een bepaald jaar hebt gedaan.

Als u minder doneert dan 1 procent van uw drempelinkomen, kunt u er toch voor zorgen dat u deze (deels) kunt aftrekken voor de belasting. Dat kan op de volgende manieren:

Concentreer uw giften binnen één jaar

Voorbeeld: u doneert jaarlijks €500 aan goede doelen. Het drempelinkomen van u en uw fiscaal partner bedraagt in totaal €40.000, zodat de drempel voor u €400 bedraagt. Van uw giften van €500 is dus slechts €100 aftrekbaar. Als u uw voorgenomen giften gedurende twee jaar concentreert binnen één jaar, doneert u in het ene jaar €1000 en in het andere jaar niets. U kunt dan in het ene jaar niet €100 maar €600 aftrekken. Uw giften in dat jaar zijn dan hoger – €1000 – terwijl de drempel dezelfde blijft.

Maak uw giften periodiek

De drempel van 1 procent van uw inkomen geldt niet als u giften periodiek maakt. ‘Periodiek’ wil zeggen dat u gedurende minimaal vijf jaar elk jaar een vast bedrag doneert. De giften zijn dan volledig aftrekbaar van uw inkomen. U moet een periodieke gift wel vastleggen op een formulier dat u kunt downloaden van de website van de Belastingdienst. Sommige goede doelen hebben een vergelijkbaar formulier op hun website staan dat ook voldoet.

Hoeveel aftrekbaar?

Het aangifteprogramma van de Belastingdienst berekent auto­matisch welk bedrag voor u aftrekbaar is.

Cultuur: 125 procent

Giften aan culturele doelen zijn voor 125 procent aftrekbaar. Dus als u €400 schenkt aan een cultureel goed doel, mag u €500 van uw inkomen aftrekken. Let op: de verhoging mag maximaal €1250 zijn.

Drempel- en verzamelinkomen

Het drempelinkomen is het totale inkomen in box 1, box 2 en box 3. In box 1 vallen onder meer salaris en pensioen. In box 3 valt uw spaargeld, beleggingen en eventueel ander vermogen, verminderd met de vrijstelling van €21.330 per persoon. De Belastingdienst gaat ervan uit dat u 4 procent rendement maakt op uw spaargeld. Die 4 procent telt dan als ‘inkomen’. Voorbeeld: u hebt een inkomen van €40.000 en aan spaargeld €60.000. Uw verzamelinkomen is dan €41.546, namelijk €40.000 + 4 procent van €38.670 (60.000 - €21.330) ofwel €1546. Het verzamelinkomen is gelijk aan het drempelinkomen minus eventuele aftrekposten als giftenaftrek, alimentatie en zorgkosten.

2. Plan aftrekbare zorgkosten

Bepaalde zorgkosten zijn aftrekbaar, maar alleen voor zover ze boven een bepaalde drempel uitkomen. Op de website van de Belastingdienst staan alle aftrekbare zorgkosten, waaronder: behandelingen op voorschrift en onder begeleiding van een arts zoals ­acupunctuur, revalidatie en homeopathie, en sommige hulpmiddelen zoals steunzolen en kunstgebitten Deze kosten zijn alleen aftrekbaar als ze niet worden vergoed door uw verzekeraar. Meer informatie vindt u op www.belastingdienst.nl/zorgkosten

Concentreer kosten

Bekijk of u bepaalde zorgkosten kunt plannen, zodat u die in  één jaar kunt concentreren.  Denk aan een gebitsrenovatie.

3. Ga groen sparen

Door groen te sparen, bespaart u 1,9 procent belasting. U betaalt over groen spaargeld tot een bedrag van €56.928 (het dubbele voor fiscaal partners) namelijk geen vermogensrendementsheffing van 1,2 procent. Bovendien krijgt u een extra heffingskorting – dat is belastingtaal voor een belastingvermindering – van 0,7 procent van de waarde van uw groene spaartegoed. De rente op groene spaarrekeningen ligt rond de nul procent. Toch is het rendement dankzij de belastingvoordelen hoger dan bij ‘gewone’ spaarrekeningen. De belastingvoordelen gelden alleen voor groen spaargeld dat is erkend door de overheid. Vanwege de grote populariteit van groen sparen staan de meeste groene spaarrekeningen niet langer open voor nieuwe klanten. Op het moment van schrijven bood alleen de Rabobank nog groene spaarrekeningen aan.

Groenfondsen

Voor een mogelijk hoger rendement, maar ook het risico op een (beperkt) verlies, kunt u terecht bij het ASN Groenprojectenfonds en bij het Triodos Groenfonds.

Hoeveel vermogen?

Groen sparen levert alleen belastingvoordeel op als u meer dan €21.330 aan vermogen hebt (het dubbele als u een fiscaal partner hebt). Dat is  namelijk de vrijstelling in box 3.

4. Doe snel grote uitgaven

Door grote uitgaven die toch al gepland zijn nog voor het eind van het jaar te doen, kunt u belasting besparen. U betaalt namelijk vermogensrendementsheffing over uw spaargeld boven de €21.330 per persoon. De peil­datum is 1 januari, dus als dat geld dan niet meer op uw rekening staat, telt het niet mee voor de bepaling van de vermogensrendementsheffing die u over 2016 moet betalen. Dus wilt u ­binnenkort een auto kopen, een verre reis boeken of overweegt u om af te lossen op uw hypotheek? Doe dat dan vóór 1 januari – en ­betaal ook voor die datum!

5. Ontvang ‘hoge’ ouderenkorting

Iedereen die in het jaar waarover aangifte wordt gedaan de AOW-leeftijd heeft bereikt, krijgt automatisch de ouderenkorting. Dat is een standaard belastingverlaging. Er is een hoge en een lage ouderenkorting, afhankelijk van uw inkomen. Hebt u een verzamel­inkomen (zie kader) van minder dan €35.770, dan krijgt u de hoge ouderenkorting van €1042. Wie meer verdient, krijgt de lage ­ouderenkorting van slechts €152; een verschil van maar liefst €890.

Zit u net boven de inkomensgrens van €35.770? Dan kunt u proberen door met aftrekposten te schuiven uw verzamelinkomen te verlagen tot net onder dat bedrag, zodat u alsnog de veel hogere ouderenkorting van €1042 krijgt. U kunt uw verzamelinkomen bijvoorbeeld verlagen door uw spaargeld in box 3 aan uw eventuele fiscaal partner toe te delen (voor de belasting althans), zodat u mogelijk onder de grens van €35.770 uitkomt. Andere voorbeelden om uw verzamelinkomen te verlagen: giften aan goede doelen, aftrekbare zorgkosten en hypotheek­renteaftrek.

Nieuwe aftrekposten?

Kijk met een frisse blik naar aftrekposten. Veel partners nemen altijd dezelfde aftrekposten op omdat ze dat gewend zijn. Maar het kan lonen om elk jaar opnieuw te bekijken wat fiscaal het voordeligst is.

Voorbeeld:

Uw inkomen bedraagt €36.000. U krijgt dan de ‘lage’ ouderenkorting van €152. Als u €1000 doneert aan goede doelen, kunt u in dit geval €640 van uw inkomen aftrekken (zie ook de voorbeeldberekening bij tip 1). Uw verzamel­inkomen komt dan uit onder de €35.770, zodat u de hoge ouderenkorting van €1042 krijgt.

6. Stel uw lijfrente uit

Als u een lijfrentepolis of een bankspaarrekening hebt om uw pensioen mee aan te vullen, kunt u belasting besparen door de uitkeringen niet meteen te laten ingaan in het jaar waarin u voor het eerst AOW krijgt, maar te wachten tot het jaar erna. AOW’ers betalen namelijk over hun inkomen tot €33.589 lagere belastingtarieven. In het jaar waarin u voor het eerst AOW krijgt, geldt een gewogen gemiddeld tarief, afhankelijk van de maand waarin u voor het eerst AOW krijgt. Door de lijfrente-uitkeringen uit te stellen tot het eerste volledige AOW-jaar, betaalt u volledig de lagere AOW-tarieven. Een lijfrente moet uiterlijk ingaan in het vijfde jaar na het bereiken van uw AOW-leeftijd. Dus als u dit jaar voor het eerst AOW krijgt, moeten de lijfrente-uitkeringen vóór eind 2020 ingaan.

7. Los uw hypotheek af

Als u een kleine hypotheek hebt, is de rente misschien niet of slechts voor een klein deel aftrekbaar vanwege het woningwaardeforfait. Alleen de rentebetalingen voor zover die groter zijn dan dit forfait zijn namelijk aftrekbaar van uw inkomen. Het woningwaardeforfait bedraagt 0,75 procent van de WOZ-waarde. Als u spaargeld overhebt, kan het de moeite waard zijn op de hypotheek af te lossen. Vanaf uw AOW-leeftijd betaalt u lagere belastingtarieven. U hebt dan minder voordeel van de hypotheekrenteaftrek.

Niet voordelig

Bij een (bank)spaar- of een beleggingshypotheek is tussentijds aflossen vaak niet voordelig.

8. Levensloopregeling

Als u nog geld in een levensloopregeling hebt, krijgt u een belastingkorting als u deze in 2015 afkoopt. U krijgt dan het hele tegoed in één keer uitgekeerd, maar u betaalt over slechts 80 procent inkomstenbelasting. Vanaf 2016 betaalt u bij afkoop weer over het volledige tegoed inkomstenbelasting.

Tot 2021

Eind 2021 loopt de levensloopregeling af. U krijgt dan het resterende tegoed in één keer uitgekeerd en het wordt belast als inkomstenbelasting in box 1.

Meer bespaartips op www.geldenrecht.nl/besparen